Een gamechanger in de opleiding was het besef dat ik niet te oplossingsgericht moet denken, zoals ik als docent altijd deed. Bij leefstijlcoaching is het juist belangrijk om de intrinsieke motivatie van de cliënt aan te boren. Als trainer bij de atletiekvereniging maakte ik schema’s en bepaalde ik wat er gebeurde. Als leefstijlcoach pak ik het anders aan: ik vraag welke vorm van bewegen de cliënt leuk vindt en waar ze mogelijkheden zien. Dan komt de cliënt bijvoorbeeld zelf met het idee dat hij een fitnessschool niks vindt, maar wandelen en tuinieren wel leuk vindt. Vervolgens ga ik met hem of haar in gesprek over waar ze de tijd kunnen vinden om dit te doen. De vraag “Wat werkt voor jou” voorkomt discussies zoals: “Dit vind ik niet leuk”, “Dit lust ik niet”, of “Dit is te veel werk.” Het werkt veel beter wanneer ze zelf met ideeën komen.
Menno Ledema
Leefstijlcoach Friesland
www.leefstijlcoachfriesland.nl