• Meest ervaren leefstijlopleider van NL
  • Wetenschap is de basis
  • Accreditatie en certificering

Francoise Langens is leefstijlhuisarts en lid van de Raad van Advies van de Academie. Wat drijft haar?

Wat is jouw drijfveer om lid te zijn van de Raad van Advies van de Academie?

‘Ik geloof heel erg in samenwerking en ik wil de rol van de leefstijlcoach nog beter onder de aandacht brengen mijn collega’s. Ook belangrijk; ik ken Yneke Kootstra, de directeur van de Academie, als een bevlogen voorvechtster van kwaliteit in leefstijlscholing bij allerlei beroepsgroepen. Daar herken ik me in. Ik geef zelf veel bijscholingen en trainingen aan huisartsen, en dan hoor ik hen vaak zeggen ‘we zijn zo druk’. Mijn persoonlijke missie, mijn veranderproject, is bewerkstelligen dat meer collega’s inzien dat we juist mínder druk worden als we onze sociale kaart op orde hebben. En dat praten over leefstijl met patiënten tijd bespaart.’

Waarom levert het artsen tijd op als ze met hun patiënten over leefstijl praten?

‘Bijvoorbeeld omdat mensen niet 25 keer voor hoofdpijn terugkomen, waar eigenlijk stress achter zit. Ooit had ik een patiënt die een verwijzing wilde naar de neuroloog omdat hij ervan overtuigd was dat hij een hersentumor had. Ik legde hem uit hoeveel invloed stress heeft op pijnklachten. Dat was voor hem een eye-opener en hij besloot om beter

‘donder op met je leefstijl.’

voor zichzelf te zorgen. En dan niet omdat ‘het van de dokter moest’ maar omdat hij inzag dat hij zelf iets kon doen om zich beter te voelen. Maar dit geldt niet voor iedereen, er zijn ook mensen die zeggen ‘donder op met je leefstijl.’

En dan?

‘Dan is het soms wachten op het goede moment – en in de tussentijd blijven aftasten. In een consult van een kwartier gaat 10 minuten op aan wat we als huisarts altijd al deden. In die 5 minuten die overblijven voor leefstijl kun je heel wat zaadjes planten om mensen bewust te maken van de invloed van leefstijl. Het is mooi om te merken dat patiënten en artsen daar nu ook veel meer voor openstaan. Overigens denken wij artsen nogal eens dat we ‘uit onszelf’ goede coaches zijn – terwijl we iets heel anders laten zien.’

Wat gaat er mis?

‘We stellen drie open vragen – en dat doen we heel bewust, omdat we wél weten dat gesloten vragen niet horen bij coaching – en dan vertellen we daarna wat de patiënt volgens ons moet doen. Ik heb dit echt zo vaak meegemaakt, het is voor mij een belangrijke motor om me in te zetten voor leefstijl. Ik word best vaak gevraagd voor nevenfuncties, en hoe graag ik het ook allemaal zou doen, ik ben bewust wat kritischer geworden. Zomaar op de bank een boekje lezen – ik heb dat soms echt nodig maar ik kwam er lang niet aan toe. Ik heb een heel drukke periode achter de rug. Alle goede leefstijldingen waarvan ik weet dat ze me goed doen, liet ik zitten. Ik voelde de spiraal naar beneden gaan; ik werd steeds minder sterk en minder fit.’

Hoe heb je het roer omgegooid?

‘Door toch te gaan hardlopen, ook al had ik daar absoluut geen zin in dan. Maar ik wist hoeveel beter ik me erdoor zou voelen.’

Yneke heeft het wel eens over het ‘vonkgesprek’. Daarbij praten professionals uit eigen ervaring over leefstijl. Hoe zie jij dat?

‘Ja, dat woord klopt precies. Je kunt als zorgprofessional echt krachtiger communiceren over leefstijl als je zelf hebt ervaren wat leefstijl voor je kan doen, juist ook als het wat minder gaat. Als mensen jou zien als ‘die perfecte dokter’ is wat je zegt minder geloofwaardig. Ik deel dan ook bewust met patiënten dat ik het soms ook allemaal maar lastig vind. Of dat ik in een vakantie wel eens te veel zooi eet – en dat ik dan echt kan voelen hoe mijn lichaam me terugfluit. Het geeft me ook veel energie om zo’n vonkgesprek – wat een mooi woord zeg – met collega’s te voeren, zodat het draagvlak wordt vergroot.’

Hoe draag jij verder bij aan het leefstijldraagvlak?

‘Op allerlei manieren. Ik ben huisarts sinds 1995, de focus op leefstijl begon al in m’n opleiding. In 2011 heb ik meegeschreven aan de NHG standaard obesitas. Toen hadden we het al over de GLI. Er is in die tijd veel veranderd; de GLI zit sinds 2019 in het basispakket en we hebben inmiddels bijvoorbeeld ook medicatie die werkt. Maar veel is ook hetzelfde gebleven. De samenwerking tussen de verschillende domeinen in de zorg bijvoorbeeld, kan beter. Daar maak ik me sterk voor binnen het Obesitas Platform, waar ik schrijf en onderwerpen aandraag, en vaak gespreksleider ben van de webinars. We proberen de samenwerking met alle betrokkenen, dus van de specialist tot en met de patiënt en het sociaal domein, te verbeteren. Alle neuzen dezelfde, holistische kant op; obesitas zien we tegenwoordig als een groot probleem, dat we met z’n allen moeten aanvliegen. Belangrijk bij alle leefstijlzorg vind ik dat verschillende beroepsgroepen elkaar ook echt kennen, zodat je weet waar je bijvoorbeeld goede leefstijlcoaches vindt om naar door te verwijzen.’

Hoe gaat dat vanuit je eigen praktijk?

‘Ja, dat gaat steeds beter! Binnen ons wijksamenwerkingsverband werken we met een heel hecht team uit de 1e lijn, het sociaal domein en bewoners van de wijk. Een voorbeeld; als er schulden spelen, of depressie, dan zijn de lijnen kort. We werken met allerlei beproefde methodes, zoals Welzijn op recept en Slaapstraat, een programma voor slaapproblemen in de huisartsenpraktijk. Dat programma is echt een aanwinst, het maakt dat ik makkelijker over slaapproblemen durf te praten. Vroeger dacht ik al snel dat mensen pas tevreden waren als ik ze een slaappil voor zou schrijven.’

‘Samenwerken’ en ‘obesitas’: die 2 woorden kenmerken jou?

‘Ja, daar ben ik echt altijd mee bezig. Ik word er toch zo blij van als die 2 samenkomen! Op dinsdag heb ik mijn vrije dag, en dan is er altijd ‘wandelen met de dokter’. Er zijn meer collega’s die vaak vrijwillig meelopen, zoals een fysiotherapeut, een diëtist, een specialist ouderengeneeskunde. We wandelen met een groep van 35 mensen, met name ouderen, waarvan een deel overgewicht heeft. En er lopen ook mensen mee die depressief zijn. Er is een mevrouw bij die net weduwe is geworden. De andere dames ontfermen zich dan over haar, zodat de drempel om weer te komen kleiner is. Er lopen ook Turkse dames mee, die tijdens het wandelen makkelijker Nederlands leren. Er is zoveel cohesie in onze groep, het is bijna een dorp op zich. Ik realiseer me dan steeds weer hoe breed leefstijl is, het heeft zoveel aspecten en bestrijkt zoveel domeinen, en dat van de wieg tot het graf. En het is zoveel meer dan preventie. Of, misschien wat overdreven gezegd: preventie blijft doorgaan tot aan je dood. Juist ook als je al wat hebt blijft leefstijl zo belangrijk. Zelfs voor ouderen die gaan sterven is aandacht voor leefstijl heel belangrijk, en dan met name zingeving. Ik zou geen persoon in mijn praktijk kennen die niet af en toe gecoacht kan worden. En dat geldt ook voor mijzelf en mijn collega’s; aandacht voor leefstijl is een voorwaarde om ons werk goed te kunnen blijven doen.’

Interview door Susanne de Joode

Nieuwsbrief

Het laatste nieuws en updates ontvangen?

Meld je direct aan

Aanmelden

Meld je aan voor een gratis online introductieles of voor een demo van de E-learning.

Meld je direct aan

Meer Leefstijlarts aan het woord