• Meest ervaren leefstijlopleider van NL
  • Wetenschap is de basis
  • Accreditatie en certificering
Je kunt het je niet meer voorstellen, maar tot 2008 bestond het woord ‘leefstijlcoach’ niet. Jaap Seidell, een van Nederlands meest vooraanstaande voedingswetenschappers, herinnert zich nog goed hoe Yneke Kootstra hem haar plannen voor deze nieuwe zorgverlener en voor de AVLEG presenteerde. Dat sloot naadloos aan bij waar hij zelf mee bezig was. Jaap blikt terug op die beginjaren en vooruit op de toekomst. ‘Ik zie nu allerlei bedreigingen voor de leefstijlcoach. Maar: bedreigingen zijn vooral kansen.’

Hoe raakte jij betrokken bij de oprichting van de AVLEG?

‘In 2009 klopte Yneke bij me aan. Ze was bezig om de contouren te schetsen van een nieuw beroep, de leefstijlcoach, en had het idee dat haar plannen goed zouden passen met waar ik mee bezig was. En dat klopte. Ik was voorzitter was van het partnerschap obesitas, en bezig om invulling te geven aan de zorgstandaard obesitas. Mijn opdracht was om te formuleren wat mensen met obesitas nodig hebben aan begeleiding. En, in tweede instantie, wie hen dat kan geven. Uit de literatuur was duidelijk dat die begeleiding uit veel aspecten moest bestaan: niet alleen voeding, maar ook beweging, ontspanning, slaap. Patiënten hadden ook vaardigheden nodig om hun gedrag blijvend te veranderen. En kennis over de maatschappelijke en psychologische factoren die daarbij belangrijk zijn. We zochten dus een alleskunner. Iemand die van al die markten thuis is en mensen individueel kan begeleiden. Dat zou niet alleen meer effect hebben, maar ook veel geld en tijd besparen. Ga maar na, mensen hoefden dan niet meer naar 4 of 5 verschillende hulpverleners: de arts, diëtist, fysiotherapeut, psycholoog en maatschappelijk werker. Ik noemde die alleskunner toen ‘centrale zorgverlener.’ Yneke had hetzelfde idee, maar had daarvoor de term ‘leefstijlcoach’ bedacht en daar kon ik me goed in vinden. We voorzagen toen trouwens al dat leefstijlcoaches de Gecombineerde Leefstijl Interventie zouden kunnen aanbieden, in 2009.’

En toen?

‘Tja, het was allemaal makkelijker bedacht dan gedaan. Want hoe kwamen we aan die leefstijlcoaches? We hebben alle discipline-overstijgende cursussen en trainingen geïnventariseerd. Er was van alles, dat varieerde van een training van een halve dag tot een postdoctorale cursus – maar er was er nog geen gedegen opleiding waar alles bij elkaar kwam. Yneke sprong in dat gat en richtte de AVLEG op. Ze nodigde mij uit om plaats te nemen in de Adviesraad en ik heb in die beginjaren ook wel cursussen verzorgd.’

Hoe werd er gereageerd op de komst van de leefstijlcoach?

‘Enthousiast, door de mensen die de meerwaarde zagen van deze nieuwe integrale benadering. Maar veel discussie en weerstand was er ook, dat heb je altijd tussen generalisten en specialisten. Leefstijlcoaches zouden van alles een beetje weten, maar niets van speciale of complexe problemen. Hebben ze dan wel genoeg kennis in huis om mensen te kunnen begeleiden als het even wat ingewikkelder wordt? Iets dergelijks speelde in de jaren ’90, toen ik zelf hier begon bij de VU en de eerstelijnsdiabetesverpleegkundige werd geïntroduceerd. Deze moest er – samen met de huisarts-   voor zorgen dat de diabeteszorg minder intensief en daarmee goedkoper werd. Ook mensen met type 2 diabetes moesten toen namelijk naar een speciale diabetespoli in het ziekenhuis waar ze zoveel verschillende hulpverleners moesten spreken: de psycholoog, internist, diëtist, fysiotherapeut. Vanuit hen was er zoveel protest! ‘Je hebt toch echt een internist, of gespecialiseerde diëtist of vul-maar- in nodig. Diabetes is een stofwisselingsprobleem en kan tot ernstige complicaties leiden!’  Dat is in de praktijk heel erg meegevallen, al is en blijft het altijd heel belangrijk om alert te zijn op bijvoorbeeld mensen met een slecht gecontroleerde diabetes en waar nodig door te verwijzen. Ook voor leefstijlcoaches is die doorverwijs-radar heel belangrijk. Ook zij moeten helder hebben wanneer ze moeten verwijzen en naar wie ze dat kunnen doen.’

Hebben leefstijlcoaches dat inderdaad helder?

‘Nee, nog niet altijd helder genoeg. De taakverdeling met bijvoorbeeld diëtisten en fysiotherapeuten zou wat mij betreft nog wel wat scherper mogen, zodat ieders mogelijkheden en grenzen nog duidelijker zijn en nog beter op elkaar aansluiten. En wanneer is gespecialiseerde medische of psychologische hulp nodig? Waar houdt jouw werk op en begint dat van iemand anders? Ik denk dat het heel goed is om een keer met al die beroepsgroepen rond de tafel te gaan zitten, om het continuüm van de netwerkzorg – zoals dat tegenwoordig heet – te beschrijven.’

Sinds die eerste gesprekken zijn we 13 jaar verder. Hoe zie je de positie van de leefstijlcoach nu?

‘Een heel grote stap is geweest dat de GLI sinds 1 januari 2019 wordt vergoed vanuit de basisverzekering. Die legitieme betaaltitel is een belangrijke impuls voor zowel de vraag naar als het aanbod van de GLI. Maar we zijn er nog niet. Wat ik mis, is gedegen onderzoek naar de toegevoegde waarde van leefstijlcoaches. Natuurlijk, het is aannemelijk dat ze goede resultaten kunnen boeken tegen veel minder kosten. Maar waar zijn de cijfers die dat staven?’

Waarom is onderzoek zo belangrijk?

‘Zonder cijfers geen geld, zo simpel kan het zijn. Voor de overheid en zorgverzekeraars moet ik vaak uitzoeken wat het effect is van een interventie. Vaak vragen de mensen die de budgetten verdelen, zich af of het niet een beetje minder kan. Bij de GLI kan dat ook gaan gebeuren. Bijvoorbeeld nog maar 2 keer een kort consult over  voeding, 3 keer een gesprek over  lichaamsbeweging, en misschien nog iets over gedrag, slaap en/of ontspanning? Als we het niet hard kunnen maken dat een langduriger en intensiever traject vaak nodig is loop je de kans dat de GLI wordt uitgekleed. Daarbij komt nog dat effectiviteit op de langere termijn al helemaal niet bekend is. Wat komt er na een intensief leefstijlprogramma? Wat heb je na 2 jaar nodig, wat na 5 jaar? Online begeleiding? Terugkomdagen? Plus: wat wel bewezen werkt op de lange termijn, als een malle zelfs, is medicatie. Echt effectieve medicatie was er nooit maar die is er nu wel. Ik zie al gebeuren dokters weer van het leefstijlpad afkeren, want die grote farmatrials laten resultaten zien die je met leefstijl nooit kunt bereiken. En dan kun je wel zeggen; het moet allebei, pillen en leefstijl, maar er is geen enkele zorgverzekeraar die dat gaat betalen en veel zorgverleners zullen de moeizame begeleiding bij gedragsverandering graag overslaan.’

Klinkt als een serieuze bedreiging…

‘Ja, en dat ís het ook. Kijk maar naar wat er gebeurde met de diëtisten. Iemand heeft ook een keer geroepen ‘3 uur diëtetiek is voldoende in de basisverzekering in plaats van een onbeperkt aantal consulten op basis van inzicht van de diëtist’ en niemand die het kon tegenspreken, want er waren geen gegevens over. Er was ook niemand die wist wat de impact is die diëtisten hebben op obesitas – en dat is 80% van hun werk. Dat heeft het NIVEL onderzocht, en de resultaten waren ronduit slecht. Binnen 3 maanden kwam de helft van de mensen niet meer opdagen, na een jaar bijna niemand. En de mensen die overbleven vielen amper af. Dat lag vast niet aan de diëtisten maar wel aan hoe moeilijk mensen het vinden om een langdurig gedragsveranderingstraject te volgen. Maar dan rijst dus de vraag: hoe kun je mensen wél helpen? Wat hebben ze wél nodig?’

Wat kunnen leefstijlcoaches zelf doen om hun toegevoegde waarde aan te tonen?

‘Je zou van al je cliënten een logboekje moeten bijhouden. Hoeveel mensen zie ik, hoe goed gaat het met hen?  Ik realiseer me dat het extra werk is, maar het is belangrijk om voor jezelf te weten; doe ik de goede dingen en doe ik de dingen goed. Dat zou je al in je opleiding moeten leren. Kijk, ik ben natuurlijk een onderzoeker, maar ík zou dat willen weten als ik zorgverzekeraar was. De zorg is nu topzwaar geworden, we geven nu 100 miljard uit binnenkort is dat 140 miljard. We bieden nu heel veel zorg aan het einde van het leven en maar heel weinig zorg is preventief. Er zijn modellen die zeggen: dat moet je omdraaien, er is een totale omwenteling in de zorg nodig. We hebben een goedkopere zorg nodig die leidt naar gezond gedrag en zelfmanagement.’

Een uitgelezen kans voor leefstijlcoaches, toch?

‘Ja, want vergeet niet: bedreigingen zíjn kansen! Het is heel goed dat er nu leefstijlcoaches zijn en ik geloof zonder meer dat ze een toekomst hebben. Zeker als ze laten zien hoe goed en kosteneffectief ze zijn.’

Droom mee met Jaap in het webinar op woensdagavond 19 oktober!

 

Door: Susanne de Joode, september 2022

Nieuwsbrief

Het laatste nieuws en updates ontvangen?

Meld je direct aan

Aanmelden

Meld je aan voor een gratis online introductieles of voor een demo van de E-learning.

Meld je direct aan

Meer Nieuws