• Meest ervaren leefstijlopleider van NL
  • Wetenschap is de basis
  • Accreditatie en certificering
Sprekers themamiddag
De sprekers

Een gezonde leefstijl is effectief, maar leefstijladvisering van patiënten in je praktijk kost veel tijd. En daar staat vaak geen directe vergoeding tegenover. Hoe ga je daarmee om?

Tijdens de AVLEG-themamiddag “De financiële kant van de leefstijlpraktijk” op 29 september gingen 5 deskundigen daarover in discussie met circa 20 artsen die ook geaccrediteerd leefstijlcoach zijn. De deskundigen varieerden van een huisarts, die het alleen maar rustiger heeft gekregen door het geven van leefstijladviezen tot een doorgewinterde medisch adviseur bij een zorgverzekeraar, die de weg goed weet te vinden in alle vergoedingsregelingen.

‘De huidige declaratieregels bieden voldoende mogelijkheden om effectieve leefstijlinterventies te financieren uit de zorgverzekering’

Geert van Hoof - themamiddag artsen
Spreker Geert van Hoof

De eerste presentatie werd gegeven door Geert van Hoof, arts Maatschappij & Gezondheid en medisch adviseur bij zorgverzekeraar CZ. Hij stond aan de basis van het opnemen van de Gecombineerde Leefstijl Interventie (GLI) in de basisverzekering. In zijn presentatie liet hij zien wat in het huidige zorgsysteem bekostigingsopties zijn voor preventie in de eerste lijn. De conclusie: je moet de “spelregels” kennen en vooral creatief zijn. De spelregels staan bijvoorbeeld in de Wegwijzer innovatie en preventie in de eerstelijnszorg van de Nederlandse zorgautoriteit (NZa), waarin alle bekostigingsopties zijn opgenomen voor preventie en innovatie voor alle zorgsectoren in de eerste lijn. Als voorbeeld noemde hij het “Keer Diabetes2 Om”-programma van Voeding Leeft. Dat wordt vergoed vanuit het derde segment (S3) van de financiering van de huisartsenzorg, bedoeld voor resultaatbeloning en zorgvernieuwing. En het Centrum Gezond Gewicht in Rotterdam heeft een soort GLI+ die uit diagnose-behandelcombinaties (DBC) wordt betaald. Van Hoof erkent dat de spelregels complex zijn: ‘Maar zonder kennis van de spelregels kun je het spel niet spelen.’

Verder adviseert hij om creatief te zijn. Zorgverzekeraar CZ is het gelukt om de GLI uit de basisverzekering te kunnen vergoeden door de introductie van een nieuwe betaaltitel voor de GLI onderdelen die wél al sinds 2009 als verzekerde zorg worden aangemerkt.  Hij noemde nog twee voorbeelden van creativiteit. Zo hebben de GLI-programma’s SLIMMER en Samen Sportief in Beweging een flink beweegdeel opgenomen, terwijl volgens het Zorginstituut begeleiding bij bewegen geen verzekerd onderdeel is van de GLI.s. De GLI-programma’s noemen dan ook geen fysiotherapeut, maar hebben het over een beweegprofessional. Het meest creatief is sportaanbieder Xfittt, die ‘gratis’ leefstijlcoaching aanbiedt bij een sportabonnement. Voor de leefstijlcoaching wordt samengewerkt met de Beweegkuur, die vanuit de basisverzekering wordt vergoed (zonder eigen risico). Volgens Van Hoof zijn er momenteel dus voldoende mogelijkheden om leefstijlinterventies te financieren.

‘Een leefstijladvies kost minder tijd dan het voorschrijven van medicatie’

Sprekers themamiddag 2 Karel Bos is ruim 20 jaar huisarts in Amersfoort. Hij begon met 2.000 patiënten en heeft er inmiddels 3.000, maar hij heeft het minder druk dan voorheen. In zijn presentatie verklapt hij zijn geheim: het bevorderen van een gezonde leefstijl van zijn patiënten. Bos: ‘Ruim 50% van de aandoeningen in de huisartsenpraktijk komt door een verkeerde leefstijl. Direct pillen voorschrijven verhoogt de werkdruk van de arts, want veel medicijnen geven bijwerkingen en er zijn controles nodig.’ In zijn ogen kost het minder tijd om een leefstijladvies te geven en het levert meer gezondheidswinst op, want een gezonde leefstijl werkt gunstig op meerdere fronten. Als huisarts heeft hij ervaren dat hij het daardoor steeds rustiger krijgt. Hoe pakt hij het aan? Bos: ‘Terwijl ik aan het einde van het consult op de computer de administratie bijwerk, geef ik patiënten het Leefstijlroer van Arts & Leefstijl en vraag of ze iets zien waar ze wat aan willen doen. En al mijn patiënten vinden wel iets waar ze aan willen werken.’ Om zijn patiënten vervolgens door te kunnen verwijzen maakt hij onder meer gebruik van Fitkompas. Dit is een door de overheid gestimuleerd programma waarbij de patiënt mogelijkheden in de eigen omgeving kan vinden om aan de slag te gaan met gezond leven (stoppen met roken, meer bewegen, gezonder eten, minder drinken of minder stress). De website is in Amersfoort gestart en is nog volop in ontwikkeling, maar Bos heeft er hoge verwachtingen van. Verder vindt hij dat de administratie van aanvragen voor financiering van leefstijlinitiatieven eenvoudiger moet worden, want nu kost het vaak veel tijd, zo heeft hij ervaren. Tenslotte heeft hij nog een tip om van elkaar te leren door een halve of hele dag spreekuur te doen samen met een andere huisarts.

‘De GLI is als zorgproduct financieel niet rendabel en dient daarom geïntegreerd te worden in het methodisch handelen van de eerstelijns zorgprofessional’

Bas Wolbert is fysiotherapeut, zorgondernemer en eigenaar van Wolbert Fysio. Hij vertelde dat de marges van de GLI flinterdun zijn en dat er veel factoren zijn die de opbrengst negatief kunnen beïnvloeden, zoals een hoge uitval onder deelnemers. Zelf was hij pas uit de kosten nadat hij 8 groepen met 10 deelnemers had gedraaid. Veel fysiotherapiepraktijken bieden de GLI aan, maar de meeste GLI-deelnemers komen momenteel uit het eigen bestand van de praktijk. Slechts een klein aantal deelnemers is verwezen door de huisarts. Volgens Wolbert is de leefstijlcoachende paramedicus te onzichtbaar bij verwijzers: ‘De fysiotherapeut staat nog te veel bekend om reactief handelen in plaats van preventief.’ Wolbert vindt dat leefstijlbegeleiding een normaal onderdeel is van het fysiotherapeutisch handelen. Wel erkent hij dat vooral traditioneel opgeleide fysiotherapeuten nog weinig aandacht hebben voor preventie. Zo komen preventievragen als “Hoe kan een patiënt het probleem een volgende keer voorkomen?” bijna niet aan bod in de informatieverstrekking aan patiënten. Wolbert: ‘De “mindset” van de zorgprofessional in de paramedie moet nog bijgesteld worden. Veel zorgprofessionals voelen nog geen verantwoordelijkheid om leefstijlproblematiek te benoemen in het contact met de patiënt.’

‘Stoel en bewerkt eten moeten we zien als verslavende producten. Er vanaf komen hoort bij de verslavingszorg en dan is de financiering geen probleem’

Robert van de Graaf is verslavingsarts en zit in de adviesraad van zorgverzekeraar Menzis. In zijn presentatie vergeleek hij verslavende producten als drugs, roken en alcohol met ongezond eten en zitten op een stoel. Waarom wordt drugs wel gezien als verslavend en is er heel snel zorg beschikbaar, maar zitten op een stoel of ongezond eten niet? Van de Graaf: ‘Als een stoel en bewerkt voedsel gezien worden als potentieel verslavende producten, dan hoort ervan af komen bij verslavingszorg. Financiering ervoor is dan geen probleem.’ Om dit voor elkaar te krijgen, moet de publieke opinie veranderen. Goed voorbeeld daarvan is roken. Daar kijken we nu heel anders tegenaan dan in de jaren 60 van de vorige eeuw en nu worden programma’s om te stoppen met roken dan ook vergoed. Verder vindt Van de Graaf het de taak van iedere zorgprofessional om leefstijl bespreekbaar te maken met patiënten die bijvoorbeeld overgewicht hebben of roken. Van de Graaf: ‘Als je het niet bespreekbaar maakt, keur je het als zorprofessional eigenlijk goed. Immers: wie zwijgt, stemt toe.’ Hij pleit ervoor dat zorgprofessionals het “witte-jassen-effect” gebruiken bij het bespreekbaar maken van leefstijl en verder vooral luisteren, meedenken en vragen stellen aan hun patiënt.

‘Door goede toeleiding naar de gecombineerde leefstijlinterventie (GLI) en stoppen met roken (SMR) gebruiken we wat we hebben’

Karine van ’t Land is arts Maatschappij & Gezondheid en zorgexpert bij Menzis. In haar werk richt ze zich op leefstijlfactoren die volgens de Volksgezondheid Toekomst Verkenning van het RIVM de meeste ziektelast veroorzaken: roken en ongezonde voeding. Roken draagt voor 9,4% bij aan de ziektelast en ongezonde voeding voor 8,1%. Van ‘t Land liet in haar presentatie zien dat verschillende vormen van preventie in het huidige systeem door verschillende partijen vergoed worden. Zo bekostigt de overheid collectieve preventie, gericht op de gezonde bevolking of de bevolking met een verhoogd risico. Geïndiceerde preventie voor individuen met beginnende klachten zijn het domein van zowel de zorgverzekeraars als de gemeente. Zorggerelateerde preventie voor een individu met een ziekte valt tenslotte onder het domein van zorgverzekeraars of zorgkantoren. Zorgverzekeraars hebben vanuit de zorgverzekeringswet een zorgplicht voor programma’s om te stoppen met roken (SMR) en de GLI. Bij beiden is helaas sprake van ondergebruik. Van ‘t Land : ‘Slechts circa 3% van de rokers maakt gebruik van SMR. En bij de GLI gaat het nog maar om 17.890 patiënten op de peildatum 31 maart 2021.’ Volgens Van ‘t Land is het ingewikkeld om iets nieuws in het zorgveld vergoed te krijgen. Het vergt een lange adem. Haar advies is daarom: ‘Maak gebruik van het bestaande aanbod en verwijs patiënten door naar de GLI en SMR!’

Interactieve discussie

20 artsen die ook geaccrediteerd leefstijlcoach zijn

Na de 5 presentaties volgde een levendige discussie met de deelnemers. Daarin kwam naar voren dat het integreren van leefstijl in je praktijk veel tijd kost en dat het daarbij goed is om samen te werken. in het ideale geval heeft iedereen in de zorg een coachende functie en staan alle neuzen van het netwerk dezelfde kant op. Zo kun je patiënten met vertrouwen naar elkaar doorverwijzen. De discussie heeft ook de sprekers aan het denken gezet. Zo realiseerde Van Hoof zich na afloop dat veel artsen wel iets willen doen met leefstijl, maar tegelijk ook heel druk zijn en de spelregels om dingen vergoed te krijgen niet goed kennen. Hij sprak daarom zijn bewondering uit voor artsen die de opleiding tot leefstijlcoach volgen. Bos zou wel goede voorbeelden van projecten en vergoedingsmogelijkheden willen verzamelen en delen, om van elkaar te leren. Wolbert ziet leefstijl in de behandelkamer als laaghangend fruit en denkt dat paramedici als fysiotherapeuten de werkdruk van de huisarts kunnen verminderen. Van de Graaf noemt de PreventieVersneller van Menzis als mogelijkheid om preventieve interventies beschikbaar te maken voor zoveel mogelijk mensen. En Van ‘t Land geeft als advies om de gemeente in het achterhoofd te houden. Zo kan vergoeding voor het beweegdeel van de GLI soms met gemeentes worden geregeld. Zo heeft Menzis in de provincie Groningen met alle Groningse gemeenten de samenwerking opgezocht voor het beweegdeel van de GLI.

Presentatie Geert van Hoof
Presentatie_AVLEG_2021-09-29_def Geert van Hoof

Presentatie Karel Bos
2 Karel Bos Verdienmodel leefstijl, Ede

Presentatie Bas Wolbert
3 BAS WOLBERT Patient journey

Presentatie Karine van ‘t Land
2021-09 DEF Leefstijl AVLEG karine van t land

Nieuwsbrief

Het laatste nieuws en updates ontvangen?

Meld je direct aan

Aanmelden

Meld je aan voor een gratis online introductieles of voor een demo van de E-learning.

Meld je direct aan

Meer Nieuws