• Meest ervaren leefstijlopleider van NL
  • Wetenschap is de basis
  • Accreditatie en certificering

Gedragswetenschapper Roel Hermans: ‘Met de ervaringen van leefstijlcoaches wil ik de wetenschap vooruithelpen.’

Met trots en heel veel plezier introduceren we gedragswetenschapper dr. Roel Hermans, de nieuwste gastdocent en samenwerkingspartner van de AVLEG. Jong, bevlogen, mediageniek en enthousiast over de kruisbestuiving die deze samenwerking op kan leveren. ‘Daar wordt iedereen beter van: de wetenschap, de leefstijlcoach en in de eerste plaats: de cliënten’.

Dr. Roel Hermans (1984) kan veel, wil veel en doet veel. Hij is gepromoveerd op sociaal eetgedrag aan de Radboud Universiteit en combineerde jarenlang zijn werk als expert voeding en gedrag bij het Voedingscentrum met een aanstelling als gedragswetenschapper aan de Universiteit Maastricht. Inmiddels werkt hij enkele dagen per week als adviseur voeding, gezondheid en gedrag bij Jumbo Supermarkten én richt hij zich met LeefstijlLab – zijn eigen onderneming – op bedrijven, coaches en trainers die meer willen weten over leefstijl en gedragsverandering. Roel heeft zijn eigen podcast, maakte samen met Gijs van Amerongen van Bureau Objectief de nascholing Psychologie van Gezondheidsgedrag en wordt regelmatig door de media gevraagd om zijn licht te schijnen op leefstijl gerelateerde thema’s.

Voor een wetenschapper treed je flink buiten de gebaande, academische paden. Wat drijft jou?

‘Ik wil met mijn wetenschappelijke kennis en netwerk misverstanden over leefstijl en gedragsverandering onderuithalen. Er wordt bijvoorbeeld veel te makkelijk gedacht over afvallen en het veranderen van leefstijl. ‘Als je te zwaar bent, dan moet je gewoon beter je best doen,’ bijvoorbeeld. Maar wilskracht en eigen verantwoordelijkheid zijn maar een heel klein deel van het verhaal. Die simplificering leidt tot stigma, en dat is ronduit schadelijk . Mensen komen hier geen stap verder mee, integendeel, ze hebben meer kans op sombere gevoelens en zelfs op depressie. Dat is gewoon niet tof. Ik vind het dan ook mijn plicht en verantwoordelijkheid om hier tegenwicht aan te bieden en te laten zien en horen hoe het wél zit. Een tweede drijfveer is dat ik het gewoon superleuk vind om creatieve manieren te verzinnen om wetenschap te vertalen voor een groot publiek. Als wetenschapper schrijf je voornamelijk artikelen die terecht komen in de la van collega’s. Daar krijg ik niet meer zoveel energie van. Maar ik geniet bijvoorbeeld enorm van de samenwerking met redactieteams van tv programma’s. Ik zweet dan peentjes want het is superspannend om op tv te komen, maar tegelijk ook zó kicken!’

Wat ga je doen bij de AVLEG?

‘Om te beginnen verzorgen Gijs en ik twee trainingen van één dag. Die van Gijs gaat over ‘gewoontegedrag en leefstijl’. Ik verzorg de training ‘de invloed van de sociale omgeving op gedrag en leefstijl’. Die trainingen geven een verdieping op wat er al in de opleiding naar voren is gekomen. Jezelf blijven ontwikkelen als coach is belangrijk, om allerlei redenen. Eén daarvan is dat je, als je meer ervaring krijgt, ook tegen nieuwe vraagstukken oploopt. Die ga ik samen verkennen met de coaches. Ik kan vertellen welke inzichten en handvaten het meest recente wetenschappelijk onderzoek oplevert. Maar de coaches hebben de praktijkervaring, en die ervaringskennis is voor mij superbelangrijk om bijvoorbeeld onze trainingen en opleiding aan te scherpen. Ik zie dan ook enorm uit naar de kruisbestuiving die dat gaat opleveren, want daar profiteert iedereen van; de coaches, de wetenschap en natuurlijk vooral de cliënten.’

Vanwaar jouw focus op de invloed van de sociale omgeving?

‘Allereerst natuurlijk omdat ik via dit onderwerp in de wetenschap ben beland. Wat onze partner, vriend of familie doet en vindt heeft een sterke invloed op ons gedrag. Er is al heel veel onderzoek gedaan waar dat uit blijkt. Wat nog niet altijd goed gaat, is die sociale omgeving ook betrekken in de leefstijlcoaching. Hoe zorg je ervoor dat bijvoorbeeld een partner de coachee steunt? En op welk moment, en hoe, betrek je de partner – of kinderen- bij het proces? Wat ik vaak zie, is dat professionals het lastig vinden om het gesprek aan te gaan. En wat kun je als coach een coachee aanreiken, zodat deze sociale steun voor zichzelf kan regelen of weerbaar wordt tegen ongewenste invloeden van buitenaf? Daar wil ik in de training naar gaan zoeken, met elkaar. Hoe doe je het nu en waar ligt nog ruimte voor verbetering? Ik zie er enorm naar uit om met wetenschappelijke kennis in te spelen op voorbeelden uit de praktijk.’

Laten we eens kijken naar zo’n voorbeeld. Stel, het is de week voor Kerst. Je coachee is gestrest. Ze heeft knetterende ruzie met haar moeder, die traditiegetrouw frikandellen serveert op 25 december. Je coachee heeft haar gebeld om te zeggen dat ze graag gezonder wil eten. Haar moeder is laaiend. Hoe kan jouw training hierin helpen?

‘Wauw, wat een rete-ingewikkelde situatie, maar wel een goed voorbeeld voor de training. Allereerst denk ik; wat goed dat de coachee voor zichzelf is opgekomen. En wat jammer dat haar confrontatie niet tot een oplossing heeft geleid. Hoe ga je om met die boze reactie – en liever nog – had je die kunnen – willen – voorkomen? Dat wil ik uitdiepen op z’n AVLEGs: door theorie te geven en vooral ook door met rollenspellen te oefenen. Zo’n oefensituatie werkt overigens ook goed om met je coachee te doen.’

Waarom zou droog oefenen de coachee helpen?

‘Bij zo’n confronterend gesprek komen allerlei – heftige – emoties om de hoek kijken. Die van de coachee zelf en in dit geval ook die van haar moeder. Het kan dan helpen om je daarop in alle rust voor te bereiden, en te bedenken hoe je zou willen reageren op bepaalde scenario’s. Dan heb je dat denkwerk al gedaan en dat voorkomt dat je met je mond vol tanden staat.’

Klinkt als een implementatie-intentie?

‘Klopt, je coachee maakt dan eigenlijk een als-dan-plan. ‘Als mijn moeder heel boos wordt, stel ik een vraag,’ bijvoorbeeld. ‘Mam, wat gebeurt er nu? Waarom reageer je zo boos?’ Wederzijds begrip is zó belangrijk om tot elkaar te kunnen komen. De coachee zou ook rustig, open en eerlijk het proces kunnen uitleggen dat ze zélf doormaakt – ‘Ik vind het heel gezellig om met de kerst samen te eten, maar ik heb zoveel last van mijn rug dat ik wil afvallen, en daarom vind ik het óók nu belangrijk om gezond te eten’. Ik kan me niet voorstellen dat haar moeder dan boos blijft. Maar ja, ik weet ook dat de werkelijkheid ons voorstellingsvermogen soms te boven gaat.’

En dan?

‘Heel belangrijk in het proces van gedragsverandering is de vraag: wat heb ik hiervoor over? Het helpt om voor jezelf alle positieve en ook negatieve dingen op een rij te zetten. Het komt bijvoorbeeld voor dat vrienden écht niet accepteren dat je geen alcohol drinkt en je maar blijven pushen. Wat doe je dan? Laat je het en drink je toch een biertje om van het gezeur af te zijn? Eet je met kerst die frikandel en de volgende dag weer een gezonde maaltijd? Of zeg je; ik blijf vasthouden aan mijn standpunt, zelfs als dat betekent dat ik sommige mensen niet meer kan of wil zien? Ook als professional is het belangrijk dat je begrijpt hoe gedrag tot stand komt en in stand gehouden wordt. Dan kun je patronen gaan zien en op de juiste momenten de juiste technieken inzetten.’

Hoe is het gesteld met je eigen leefstijl?

‘Ja, daar vraag je me wat. Als mensen in mijn buurt een koekje eten, verontschuldigen ze zich vaak – ik neem aan dat jullie dat wel herkennen. Alsof ik, omdat ik veel weet van gedragsverandering en leefstijl, een oordeel heb. En alsof ik zelf altijd de meeste gezonde keuzes maak. Maar dat is echt zo’n groot misverstand!’

Vertel!

‘Nou, ik heb door langdurige stress bijvoorbeeld m’n hele gebit naar de mallemoer geholpen. Ik heb een tijdlang ’s nachts mijn kaken zo hard op elkaar geklemd dat ik inmiddels een kies mis en een flink aantal wortelkanaalbehandelingen heb moeten ondergaan. Nu slaap ik met een bitje, maar het is niet zo dat ik de stress definitief uit mijn leven heb verbannen. Ik heb ook wel een beetje imposter syndrome; ik wil alles echt heel goed doen en leg de lat soms onrealistisch hoog voor mezelf. Veel mensen denken misschien dat ik superchill ben, maar eigenlijk ben ik een vette controlfreak.’

En verder?

‘Eet ik volledig volgens de Schijf van Vijf? Mwah, nee. Ik denk wel dat ik gezonder eet dan de gemiddelde mens, maar die 250 groenten en 2 stuks fruit haal ik bijvoorbeeld ook niet elke dag. Daarnaast ben ik een sucker voor snoep. Chocola, winegums, M&M’s: alles wat je snel kan eten en waar je een directe beloning van krijgt. Sport en beweging gaat wel redelijk goed, behalve dan dat ik regelmatig te lang onafgebroken zit. Op een werkdag sta ik vaak alleen op om een paar keer naar de wc te gaan en 5 x naar de koffie-automaat. Dan heb ik aan het einde van de dag 500 stappen gezet – maar wel een hele mooie blog gepost over ‘meer bewegen, hoe doe je dat nu.’

Tot slot: als je 1 vraag zou mogen kiezen waar de gedragswetenschap snel een antwoord op kan geven, wat zou dat dan zijn?

‘Weten hoe iets zit is superbelangrijk, maar ik begin nu meer in een fase te komen waarin ik zelf niet meer het zoveelste onderzoek wil doen. Ik denk dat we al heel veel weten over de voorspellers van een (on)gezonde leefstijl en de gezondheidsrisico’s. Nu is het vooral een kwestie van die kennis ook toepassen, zodat mensen hun gedrag duurzaam kunnen veranderen. Dan is de meest prangende vraag voor mij: hoe kunnen we beter inspelen op wat iemand NU nodig heeft, en dynamisch zijn, meebewegen met de waan van de dag? Het theoretische antwoord heb ik wel, maar dat wil ik nu, onder andere samen met de AVLEG, toetsen en verdiepen.’

Door: Susanne de Joode

Nieuwsbrief

Het laatste nieuws en updates ontvangen?

Meld je direct aan

Aanmelden

Meld je aan voor een gratis online introductieles of voor een demo van de E-learning.

Meld je direct aan