Laat leefstijl je medicijn zijn
Laat leefstijl je medicijn zijn, anders blijven we dweilen met de kraan open in een land waar 53 procent van de mensen lijdt aan overgewicht. Met dit motto opende Dokter Frank, ofwel de internist Frank van Berkum, vrijdag 23 maart de invitational conference van de Academie voor Leefstijl en Gezondheid in Antropia in Driebergen.
Van Berkum, bekend geworden met zijn boek Gezond slank met dokter Frank, krijgt zijn patiënten met diabetes II binnen een week van de insuline af, vertelt hij. Met een caloriebeperkt dieet met minder dan 130 gram koolhydraten, minder dan 80 gram vet (vooral onverzadigd) en 1 gram eiwit per kilo. , koolhydraatbeperkt (<130 gram per dag), eiwitrijk dieet (1 gram per kilo lichaamsgewicht), en een inspanning van 500 calorieën per dag (1 uur wandelen met 6 km/uur geeft 4 MET (metabolic equivalent task). Verder veel groenten, volkorenproducten en peulvruchten, de laatste vanwege de lage glycaemische index. Weinig rood vlees vanwege de carcinogene werking. Maar wel olijfolie, vis en vegetarische producten. En niet te vergeten metformine en…. aandacht! Het staken van insuline werkt dubbelop, want insuline is obesogeen, dus het afbouwen ervan vergemakkelijkt het verder afvallen. Een verlaging van de vetzuurspiegel beschermt bovendien de bètacellen tegen lipotoxiciteit. Zo snijdt het mes aan twee kanten. En, zegt Frank, dat is zéér kosteneffectief. Een insulinepatiënt kost namelijk al gauw 3.000 euro per jaar aan medicatie. Een diëtiste, of beter nog, een leefstijlcoach is een stuk goedkoper. Dat minister Schippers van VWS de diëtiste niet langer wil vergoeden uit het basispakket, noemt Frank dan ook “Pennywise, poundfoolish”. Perverse prikkels
Het financieringsstelsel, merkt directeur Laurent de Vries van GGD Nederland op, kent perverse prikkels. Bij ons gaat daardoor 10% van het BNP op aan zorg, in Scandinavië, waar het systeem heel anders werkt, is dat veel lager. Hier loont het voor verzekeraars om zoveel mogelijk chronisch patiënten te hebben. Preventie en dus minder kosten leidt ertoe dat ze marktaandeel afstaan aan andere verzekeraars.
Ook kinderfysiotherapeut Marije van Asdonk ondervindt problemen met de zorgfinanciering. Haar succesvolle programma om kinderen te laten afvallen, krijgt ze op geen enkele wijze vergoed. En dat terwijl 14,5 procent van de jongens en 17,5 procent van de meisjes overgewicht heeft en er maar liefst 70.000 kinderen zijn met obesitas in Nederland. Dit aantal stijgt. En erger: steeds vaker wordt er bij kinderen diabetes type II gediagnosticeerd. Al deze kinderen hebben een groot risico op ernstige morbiditeit, zoals diabetes, hart-vaatziekten, slaapapneus, galstenen, psychische problemen, menstruatieklachten, borstvorming bij jongens en als gevolg van dit alles een sociaal isolement en een slechte sociaal-economische positie.
Integraal
Van Asdonks remedie is een integrale leefstijlcoaching van het hele gezin, dat wil zeggen: gedragsveranderingen waaronder gezond eten en meer bewegen. Wanneer de motivatie daartoe ontbreekt bij de ouders, heeft een behandeling geen zin.
Ons financieringsstelsel bevat perverse prikkels, stelt Laurent de Vries, directeur van GGD Nederland. Verzekeraars hebben belang bij chronisch patiënten, anders verliezen ze marktaandeel aan andere verzekeraars. Preventie is bedrijfstechnisch voor een verzekeraar niet interessant. Dat maakt dat onze zorgkosten explosief stijgen, ze bedragen nu 10 procent van het BNP. In Scandinavië, waar niet dit soort perverse prikkels gelden, stijgen de zorgkosten veel minder. De Vries onthult nog wel een financieringsroute: via de GGZ. Wanneer de obesitasbehandeling onder een psychiatrische diagnose wordt gebracht, is vergoeding mogelijk.
Chronische ziekte
Jaap Seidell vraagt het publiek hoeveel gewichtsreductie reëel is binnen een jaar. 10 tot 15% blijkt het maximum te zijn. Toch is daarmee veel gezondheidswinst te behalen, zegt Seidell. Mensen leven veel gezonder. Seidell benoemt obesitas overigens als een chronische ziekte. Een belangrijk doel van de behandeling is participatie. Obesitaspatiënten bevinden zich vaak in een sociaal isolement en komen moeilijk aan het werk. Een ander belangrijk doel, dat daarmee verband houdt, is kwaliteit van leven.
Het laten beklijven van gewichtsverlies is lastig. Daartoe is de intrinsieke motivatie belangrijk. Die kan beïnvloed worden door bijvoorbeeld motivational interviewing. Ook verwachtingenmanagement is belangrijk: wat is reëel, wat is het doel? Dat moet realistisch zijn. Vaak is het dat niet: obesitaspatiënten hebben hoge verwachtingen en zijn teleurgesteld bij 10 tot 15 procent gewichtsverlies. Daarnaast is zelfmanagement een belangrijke sleutel.
Seidell noemt het MEND-programma, waarbij gedragsveranderingen, beweging en gezonde voeding worden gestimuleerd in een lokaal programma: dicht bij de mensen. Zonder dat de nadruk ligt op obesitas, vallen mensen af. Dat leidt tot gewichtsverlies, meer zelfvertrouwen, een betere conditie en minder ‘schermtijd’.
In het slotdebat krijgen de verzekeraars kritiek. Medisch adviseur Geert van Hoof van CZ stelt daarop dat verzekeraars er zijn om ziektekosten te vergoeden, niet om preventie te bedrijven. Daar zou feitelijk een andere instantie voor moeten zijn. De GGD blijkt ook weinig mogelijkheden te hebben om (vergoede) obesitaszorg aan te bieden. Alle aanwezigen lijken het erover eens dat daar nog een lacune ligt.