Leefstijlprogramma’s en -coaches beter maken, dat is het doel van Miranda Janssen, initiatiefnemer van het Samenwerkingsverband GLI Zuid-Holland Zuid en mede-oprichter van de Leefstijlcoalitie ZHZ. Haar 6 beste tips deelt ze graag met jou.
Octopus of duizendpoot?
Miranda Janssen heeft véél tentakels. Daarmee geeft ze de leefstijlzorg in haar regio al jarenlang enorme zwiepers. Om leefstijlzorg op de kaart te zetten, voor iedereen toegankelijk te maken en de kwaliteit en effectiviteit te verhogen. Gedreven door haar eigen ervaringen met overgewicht, emotie-eten en professionele veranderkriebels. Hoe kun je jouw coaching praktijk laten groeien? Miranda heeft 6 tips.
1. Durf je te specialiseren
“Met welke mensen maak jij graag en makkelijk contact, wie kun jij vanuit jouw eigen ervaring of interesse goed begeleiden? Of je nu individuele cliënten coacht of een GLI draait: kijk waar jouw affiniteit ligt. De redder in ons wil iedereen helpen. Maar uiteindelijk heb je het meeste succes en plezier als je mensen begeleidt die een proces doormaken dat je begrijpt. Durf dus te kiezen. Voor mensen met een lage SES, vrouwen in de overgang, academici, ondernemers, jonge ouders of mensen die leven met een specifieke (chronische) aandoening. In onze regio ontwikkelen we veel GLI’s voor specifieke doelgroepen. Als je meer ‘homogene’ groepen maakt, dan is de groepsdynamiek vaak beter. Mensen hebben sneller een band met elkaar en je kunt in je sessie meer aandacht besteden aan leefstijltips bij een specifieke aandoening of levensfase.
Ben je bang om je te beperken door je keuze? Het tegendeel is waar. Er is zoveel werk te doen en als je je specialiseert, kunnen andere coaches hun cliënten juist naar jou doorverwijzen. En andersom natuurlijk.”
2. Houd je resultaten bij
“Jaap Seidell waarschuwde er al eerder voor, in een interview voor de Academie: als leefstijlcoaches niet kunnen aantonen wat hun toegevoegde waarde is, lopen ze kans dat hun positie verslechtert. En er minder geld beschikbaar komt voor vergoeding in de basisverzekering van de GLI. Hij tipte: ‘Je zou van al je cliënten een logboekje moeten bijhouden. Hoeveel mensen zie ik, hoe goed gaat het met hen? Dat is extra werk, maar het is belangrijk om voor jezelf te weten; doe ik de goede dingen en doe ik de dingen goed.’ Ik ben het helemaal met Jaap eens. Daarom werk ik in onze regio, Zuid-Holland Zuid, al 3 jaar aan een GLI Dashboard dat ons steeds meer inzicht geeft in de effecten van de GLI. Inmiddels hebben we daar zo’n halve ton aan subsidies in geïnvesteerd, want alle IT-uitdagingen in de zorg maken dat helaas behoorlijk kostbaar. Wij registreren centraal voor de hele regio, maar met een eenvoudig excellbestand dat je zelf bijhoudt, kom je ook een heel eind.”
3. Meet de échte successen
“De GLI is voor de zorgverzekering nog steeds gekoppeld aan de BMI. Deelnemers verwachten dus ook dat alles draait om (bij voorkeur snel) afvallen. Helaas zijn er ook nog steeds professionals die met een erg beperkte blik naar de GLI kijken en de effectiviteit denken te moeten bepalen op basis van het aantal kilo’s gewichtsverlies. Mij zou juist een hoog gewichtsverlies in de GLI zorgen baren, want dat is vrijwel onmogelijk als je inzet op gedragsverandering. Snel afvallen kunnen we allemaal, maar om blijvend af te vallen is het nodig dat je lang ingesleten patronen en beperkende overtuigingen begrijpt én aanpakt. Meet dus breder, zodat je al die aspecten in kaart brengt. Hoe voelt iemand zich? Hoe gaat het met energie, humeur, stress, beweegpatroon, slaap en het gebruik van medicatie? Hoe staat het met het zelfbeeld, zelfvertrouwen, gevoel van eigen regie? Op al die punten zie ik vaak veel verbetering binnen de GLI, juist doordat onze leefstijlcoaches gedegen kennis hebben van gedragsverandering. Ons beroep wordt nog wel eens onderschat. We zijn zo veel meer dan een ‘afvalcoach’. Dat gedragsveranderingsaspect is de kracht van BLCN leefstijlcoaches. Daar zouden we veel meer voor moeten gaan staan.”
4. Gebruik je resultaten als visitekaartje
“Deel je resultaten met bijvoorbeeld de huisartsen van je cliënten. Schrijf bij aanvang, tussentijds en na afloop een kort verslag van je bevindingen. In een mail met je logo en een kort, vriendelijk briefje erbij. De beste marketing!”
5. Verzamel en deel ervaringsverhalen
“Ik coach nu een dame met een heel negatief zelfbeeld, waardoor ze continu verviel in troosteten. Ze was altijd voor anderen aan het zorgen en stelde zichzelf op de laatste plek. Alles om maar aardig gevonden te worden. De eerste maanden hebben we nauwelijks over voeding en gewicht gesproken. Na een paar coachgesprekken ging ze feedback vragen bij mensen in haar omgeving. ‘Hoe zien jullie mij?’ Een enorme stap voor haar. Tot haar verbazing begon niemand over haar formaat. Haar vriendinnen, collega’s, man en kinderen roemden vooral haar persoonlijkheid. Ze viel er geen kilo door af, maar mentaal maakte ze enorme sprongen. Laatst vertelde ze me vol trots: “Ik heb eerst mijn eigen brood gesmeerd en daarna pas de lunch voor mijn man en kinderen gemaakt.” Zoiets simpels, maar voor haar van zo’n grote betekenis. Daar krijg ik dan even kippenvel van. Inmiddels is ze 5 kilo afgevallen. Ze heeft nu veel meer regie over haar eetgedrag en dat is waar voor mij een GLI echt over gaat. As ik haar kan helpen die mentale stappen te maken, dan heeft ze mij daarna bij die kilo’s lang zo hard niet meer nodig.
Vraag dus aan je coachees of je hun verhaal mag delen. Je kunt iemand interviewen of zelf een stukje laten schrijven. Focus vooral op gedragsverandering en wat dat hen heeft gebracht. Kost je relatief weinig tijd maar levert jou en je coachees zoveel op.”
6. Streef samen naar verbetering
“‘Een GLI? Dat werkt niet, want er is zoveel uitval.’ Dat hoor ik regelmatig van huisartsen. Ja, uitval ís ook een probleem en de GLI is ook zeker geen wondermiddel. Maar in plaats van er tegenaan te schoppen, kun je ook samenwerken om het programma steeds beter te maken. In onze regio hebben we bijvoorbeeld een e-learning programma toegevoegd en zijn we bezig met introductielessen en terugkombijeenkomsten. Dat kost veel tijd – en eerlijk gezegd ook veel geld – maar samen bereik je veel meer dan in je eentje.
Verbind je dus met leefstijlcoaches uit je regio. Kijk samen wat er goed gaat en wat er beter kan, zowel in proces als inhoud. Is er geen regionaal verband? Zet het dan samen op. En zoek elkaar ook landelijk op om van elkaar te leren.”
De Academie als coalitiepartner
Vanuit haar bedrijf, your healthspot, coacht Miranda op leefstijl en coördineert ze verschillende regionale samenwerkingsverbanden. In 2022 werd op haar initiatief de Leefstijl Coalitie Zuid-Holland Zuid opgericht. De Academie is vanaf het begin coalitiepartner van deze samenwerking tussen onder andere 2 ziekenhuizen, 3 huisartsenorganisaties en een koepelorganisatie van apothekers. Het doel: passende leefstijlzorg beschikbaar en gezonde leefstijl bereikbaar maken voor iedereen. Al eerder, in januari 2021, was Miranda betrokken bij het opzetten van de GLI Zuid-Holland Zuid. Daarin hebben nu 4 zorggroepen, de GGD ZHZ en 13 gemeenten zich verenigt om te werken aan een goed regionaal leefstijlprogramma. Ook daarbij werkt Miranda samen met de Academie. ”Voor mij is Yneke een heel goede samenwerkingspartner. Zo heeft zij voor ons een GLI Introductieles op maat ontwikkeld en zijn onze aangesloten GLI-coaches door de Academie getraind in het werken met groepen.”
Eindelijk in badpak
Miranda’s eigen ervaringen met overgewicht zijn een drive bij alles wat ze doet.
“Ik was als kind al dik en heb mijn hele leven met overgewicht geworsteld. Nog steeds moet ik heel erg opletten. Poeders, pillen, allerlei diëten; ik heb van alles geprobeerd. Ik heb het geluk gehad dat ik al vrij jong in leidinggevende functies werkt binnen een grote organisatie, waardoor er veel opleidingsbudget was. Ik heb lang een coach gehad en veel trainingen op het gebied van persoonlijke groei kunnen volgen. Zo leerde ik hoe belangrijk ‘eigenwaarde’ is. Dat je van jezelf houdt. Vanaf toen durfde ik mezelf te laten zien, ook letterlijk. Ik herinner me hoe ik voor het eerst in 30 jaar een badpak aantrok. Kotsmisselijk stond ik in de kleedkamer. Maar toen ik eenmaal die omslag had gemaakt, ‘ik ben wie ik ben’, wilde ik ook beter voor mezelf zorgen.”
Miranda ging gezonder leven en dat heeft voor een enorme ommezwaai gezorgd. Niet alleen persoonlijk, ook professioneel. “Ik wilde anderen helpen om zich beter te voelen en weer zelf aan het stuur te staan. Ik ben leefstijlopleidingen gaan volgen en leefstijlcoach geworden. Enkele jaren later kwamen de kriebels voor mijn ‘oude vak’ verandermanagement ook weer terug, maar nu zet ik dat in binnen de regio om leefstijlzorg beter op de kaart te krijgen. De inhoud, de organisatie, het samenwerken; het kan allemaal beter en daar draag ik graag aan bij.”
Interview door Susanne de Joode